Jeroens Spinsels


Moed en vertrouwen

Moed en vertrouwen

Geschreven door: | Gepost op:

‘Was ist das leben?’ Mijn grootvader aan moederszijde - o, die schone mens! - wilde me dat retorisch wel eens vragen, des zondags, wanneer hij bij ons te eten kwam. Mijn mama toverde dan coq-au-vin met kroketjes op tafel, of een andere vorm van overheerlijke stoofpot. Het gebeurde dat hij zei: ‘Kom, we gaan op restaurant!’ En dan trok hij zijn portefeuille en trakteerde hij ons op een feestmaal inclusief voortreffelijke wijn, ons zijnde mijn mama, mijn zus en ikzelf. We hadden een vast adresje, een plek waar een overheerlijke sol meunière werd geserveerd, zijn favoriet. Je kan nu denken ‘Zeetong in boter, dat is een makkie!’ Niets is minder waar! Vraag maar aan Peter - Hof van Cleve - Goossens, drie Michelinsterren sterk, die het ooit als opdracht gaf toen hij in de jury van een populaire kookwedstrijd zat. Hij wist deksels goed waarom hij net dát vroeg aan de aspirant-fornuisgoden.

Maar dus: ‘Was ist dat leben?’ placht mijn grootvader mij bij herhaling voor de voeten te werpen. Uit de manier waarop hij die levensvraag stelde, kon ik afleiden dat hij geen antwoord verwachtte, niet écht. De vraag was niet alleen retorisch voor mij, maar ook voor hemzelf, zo scheen mij toe. Ik nam ze evenwel ter harte. Ik pijnigde mijn brein. Wekenlang. Maandenlang. Net zolang tot ik hem op een dag - ik was hoop en al 18 of 19 - en na rijp beraad met mezelf antwoordde: ‘Wat je er zelf van maakt, denk ik.’

Mijn grootvaders ogen werden groot. Zijn sigaar tuimelde bijna van tussen zijn vingers. Zijn wenkbrauwen schoten de hoogte in, of toch minstens één van die twee monumentale borstels. (Ik heb de mijne van hem en ik draag ze met onversneden trots.) Hij staarde mij aan. Oprecht verbaasd, zo leek het. Na een korte stilte stamelde hij: ‘Jong! Gotverdekke, ge hebt gelijk!’.

Ofwel was hij een begenadigd acteur, ofwel was hij zowaar echt wat uit zijn lood geslagen, omdat er voor de filosofische kwestie die hij bij herhaling aankaartte (en allicht niet alleen bij mij) kennelijk toch een uitkomst was. Ik houd het op dat laatste.

Ik hield van die man. O, wat hield ik van die man. Gekraakt en gebroken als hij was. Hij, die als leraar een promotie tot hoofdonderwijzer aannam onder Duitse bezetting. Hij, die vond dat kinderen in tijden van oorlog zoveel mogelijk hun routine moesten kunnen behouden en recht hadden op onderwijs. Hij, die iederéén meewilde, ook de zwakste schakels. En hij, die thuis heel wat monden te voeden had. Dat ook. Ja, hij had sympathie voor de Vlaamse zaak, omdat hijzelf niet eens kon studeren in zijn eigen taal. Je moet je dat vandaag eens voorstellen. ‘Den Duits’ speelde daar gewiekst op in, dat mag gezegd. Is hij naïef geweest? Ongetwijfeld! Had hij beter moeten weten? Wellicht. Al is dat terugblikkend met de kennis en inzichten van nú makkelijk gezegd. Weten wij veel. Wij, luxekinderen van de moderne tijd, wij telgen van een ontvoogding op velerlei vlakken.

Voor wat het waard is: de man heeft er de rest van zijn leven voor betaald. Door te verzaken aan wat hem het liefst was: voor de klas staan. Kort na de oorlog werd hij weggezet als collaborateur, net als zijn broers-onderwijzers. Zij werden allemaal gerehabiliteerd, ook mijn grootvader. Zij gingen allemaal terug naar het onderwijs. Allemaal, behalve hij. Er was iets gebroken. Iets in hem was afgestorven, al heeft hij zich tegenover mij nooit bitter of wrang getoond. Toen ik op mijn 15de in een niet onderkende depressie tuimelde, was hij degene die dat feilloos las in mijn blik en mijn gekromde schouders, en mijn door en door verdrietig lichaam. Dan nam hij mijn hoofd in zijn handen, kolenscheppen van handen waren dat. En dan sprak hij met gebarsten stem en tranen in de ogen, zélf half in staat van ontbinding: ‘Moed en vertrouwen, jongen. Moed en vertrouwen!’.

Die handen. Die tranen. Die uiteenrafelende stem. Die blik.

Ik zal ze nooit vergeten. Nooit. Want: als mijn glas al mijn hele leven halfvol is - de talrijke ongein en lelijkheid ten spijt - dan is dat hogelijk dankzij hem. En dus wens ik je moed en vertrouwen, lezer. Moed en vertrouwen. Elke dag opnieuw. Ik vraag je: wat hebben wij anders dan dát?

Beeld: © Hans Lengeler

Friday September 29th, 2023
Vorige
Saturday September 16th, 2023
Volgende
Schrijf je in op de column en krijg een bericht als er een nieuwe is
Column

DE ZINNENSPINNERIJ - JEROEN VERMEIREN
E-MAIL: jeroen@zinnenspinnerij.be
T: +32 478 95 95 08

Foto's: unsplash.com - Webdesign: Hans Lengeler
© De Zinnenspinnerij 2020 - update 2023
Sint-Denijslaan 31A - 9000 GENT